Stroman Gedichten

1 december 2013

Lievelingen

Eens als Alice die in Wonderland van sprookjesbomen las
Zo las ik mijn kleine sprookjes die ik zelf had geschreven
Blad voor blad sloeg ik ze om, met wijzers waar ik was gebleven
En dan hoorde ik muziek en dacht aan jou mijn lief, aan jou
Mijn ogen droegen je op handen als lantaarns diepe nacht
En mijn benen stonden stelenhoog om naar je uit te kijken
Ook al was ik nog zo klein dacht ik, ik zou je toch bereiken
En ik reisde stille regen met mijn wolkenvoeten zacht

Ik was een bellenblazer die de waterdragers wou verstaan
En ik blies ze vol met teugen, liet de lievelingen leven
Bolle wangen die ik nam voordat zij waren opgestegen
En ik zei ze nog gedag en zag ze wiegen naar de maan
Zij waren groter nog dan zij toen ik ze schitterend zag staan
Tussen de meer dan duizend sterren die nu zoveel groter schenen
En ik zag ze tot mij dansen, tot zij in het zwart verdwenen
Duizendvliegers aan de hemel die zo licht waren gegaan

Een waterdrager viel er af, viel naar beneden, onverwacht
Met een gezicht dat zij me gaf, zo ik haar adem had gegeven
Langzaam spatte zij uiteen, mijn kus had haar uiteen gedreven
Duizend vlinders liet zij zingen, duizend dromen blies zij zacht
En nee, de bomen liegen niet dacht ik, wij zijn gelukkelingen
Eens als Alice die in Wonderland een sprookje had gebracht
En het regende die avond waar mijn vlinders zouden zingen
Veel te mooi om te verdrinken, lievelingen van de nacht





1 opmerking:

  1. Duizend vlinders brengen al dansend, op de muziek in de door de lantaarns verlichte nacht, jouw oprechte kussen naar je geliefde. Hoe mooi kan houden van zijn!
    Jos

    BeantwoordenVerwijderen