Stroman Gedichten

13 oktober 2011

Vietnam

Als we Noord Vietnam in rijden wordt meteen duidelijk welke schade de tyfoon heeft aangericht die ons net voor is geweest. Het regent aanhoudend, bomen zijn ontworteld, dakpanen van de daken gerukt en het land staat volledig onder water.


Via highway 8 rijden we door de armste provincie van het land en zijn we op weg naar Dong Hoi in Noord Vietnam. We stoppen bij de Zuid Chinese Zee als het weer wat is opgeklaard.



In de oude keizerlijke hoofdstad Hué nemen we een taxi naar het strand en genieten we met ananas in de hand van de onstuimige branding.


We spreken een Belg die al zes jaar een cafeetje in Hué runt en hij vertelt ons dat de Communistische Partij graag een beeld over Vietnam naar buiten brengt dat niet klopt met de werkelijkheid. Het nieuws op TV brengt de eerste 20 minuten alleen maar positieve berichten om in de laatste acht minuten het buitenland af te kraken. Het nieuws bericht over Belgische kinderen die in een zwembad onwel zijn geworden maar zwijgt over de crisissituatie die onlangs uitbrak in buurland Myanmar. 


De overstromingen in het land zelf komen ook amper aan de orde. Ik verbaas mij er zelf ook over. Ik begrijp niet waarom Vietnamezen tegen me zeggen dat het zo'n mooi weer is terwijl ik zie dat het land onder water staat. Als ik voorzichtig de Vietnamoorlog ter sprake breng krijg ik alleen maar antwoorden in de zin dat Amerikanen zo'n geweldig volk zijn. Sommige staatshotels in Vietnam hebben een bezettingsgraad van 15% en als de verliezen de pan uit rijzen verkoopt de staat het hotel aan de bank die vervolgens weer staatseigendom is. Ik moet wat wennen aan deze mentaliteit.
Via Da Nang, een saaie industriestad, rijden we door naar het gezellige Hué. Ook hier staat het water nog hoog en zijn sommige straten nog afgesloten.



Vanuit Da Nang reizen we met de trein naar Ho Chi Minh City, oftewel Saigon. Hier zien we de markthallen van Chinatown en bezoeken we het Paleis van de Eenheid waar Ho Chi Minh zijn werk- en woonvertrekken had. Het dakterras met daarop een kopie van de presidentiële helicopter is later vaker gebruikt in bioscoopfilms. In de bunkers van het presidentiële paleis hangen nog orginele oorlogskaarten aan de muur. 



Ook bezoeken we het Oorlogs herdenkingsmuseum van Saigon waar ik stil word van de foto's uit de Vietnamoorlog die ik hier tentoongesteld zie.



Zeventig kilometer ten noordwesten van Saigon kruipen we door de Co Chi tunnels, die onderdeel uitmaken van de Ho Chi Minh route. Deze tunnels werden tijdens de Eerste Indochinese oorlog aangelegd en zijn tussen 80 cm en 120 cm hoog en 60 cm breed. Ik krijg slecht adem in deze tunnels en kan me nauwelijks voorstellen hoe mensen het hier tijdens de Vietnamoorlog konden uithouden.



Rijdend naar de grens met Cambodja via Highway 1 stoppen we in het restaurantje dat de ouders van Kim Pukh hier hebben opgericht en nu gerund wordt door familie van Kim. Tijdens de Vietnamoorlog was Kim het meisje dat na een napalmbombardement naakt over deze Highway 1 rent. Deze foto won later de Pullitzerprijs. De Vietnamese regering heeft het Kim later niet in dank afgenomen dat zij politiek asiel in de Verenigde Staten heeft gevraagd want de Highway 1 werd door de regering zo omgelegd dat het nu één meter verwijderd ligt van het restaurantje.




1 opmerking:

  1. het is heel itressant maar niet voor mijn spreekbeurt sorry

    BeantwoordenVerwijderen