nee, dat hield je niet meer tegen
je gezicht was droef verzild
en oeverloos je vergezicht
je stond gevangen in wit licht
nog als een pop in stille regen
klom de nacht in als een vogel
die verbaasd had omgekeken
Omgedraaid nog als een kat
die zonder staart door donker ging
en zilverzout nam van de hemel
die met jou ten onder ging
jij zag hun steden gaan in vuur
zoals een zon ooit had geschenen
zondagsogen had verblind
met Dode Zeewind was verdwenen
Maar jij kon hier, zoals je stond
een troostlied zijn voor wie je vond
een dame die met lede ogen
zachtjes meezong met diegene
die zijn hart er voelde kloppen
en het niet wilde verstenen
met dat wat er was gebleven
van de Dode Zeese grond
Dat is waarom, mijn lief, waarom
de mensen huilen hier nog soms
en zout hun lege handen vult
waarom ze telkens nog wenen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten