Stroman Gedichten

4 februari 2014

Het Verdriet van Hama en Homs

Hun vingers gingen vingervlug
door bakkersbroden die zij kneedden
Stookten kleine stukjes houtskool
shisha's appels uit de soeks
Hun haren glommen, ach zo mooi
door soenna's messen fijn gesneden
En zij lazen voor het theehuis
uit het theeblad van hun leven

 
Zag ze gaan ooit, dadeldragers,
broodverkopers nog van toen
Langs blauwgepuide smalle straten
tempelpoorten, oude stegen
Hoe zij speelden met elkaar
als aan het tandwiel van het leven
Zoals waterraden statig
voor de hamam zouden doen

 
En aan de maan die half was
lazen zij verzen aan elkaar
Voor alle monden, ogen, handen
die de steden samen smeedden

 
Maar de maan huilt bloedrivieren nu
in stromen vermiljoen
Waar eens piasters van geluk
die zij er strooiden eeuwig dreven
onder oude stenen bruggen
valt geen liefde meer te lezen
Wat is toch met hen gebeurd, mijn God ?
Wat valt er aan te doen ?

 
Voor alle kinderen van Hama
die hun brood zien op rantsoen
Voor alle kinderen van Homs
die soms nog buiten willen spelen
In Orontes valt geen regen meer
maar bloed op blauwe tegels
Op het schaakbord in het park
is geen koning heel gebleven

 
En aan de maan die half was
lazen zij verzen aan elkaar
Voor alle monden, ogen, handen
die in steden steeds verdwenen

















1 opmerking:

  1. Als je eerst het reisverhaal over Syrië leest begrijp je wat deze oorlog met jou doet. Daarom is het een prachtig aangrijpend gedicht geworden. Je vraagt je af waarom zij voor hun hartelijkheid zo'n grote prijs moeten betalen. Dit MOET stoppen !!!
    Jos

    BeantwoordenVerwijderen