Stroman Gedichten

12 oktober 2011

Zuiderzeeballade

Van de Drom tot aan Stavoren
kon men zeemansliedjes horen
die hij speelde op een trekzak
met zijn zonverweerd gezicht
door zee gebikt zijn oude handen
flink gezouten schippersarmen
ruwgebonkt en hard als staal
twee ankers bovenaan gelicht

Hij speelde slepend aan de kade
er zijn zuiderzeeballade
zong van schermerwind die opstak
over zilt verdronken land
en van twee schoeners die vergingen
in een zee herinneringen
over vogels die in heimwee
scheerden naar de overkant

Nu speelt hij vele jaren later
er zijn lied met een theater
voor de mensen die zich dringen
aan de kade meer naar voor
om van zijn Zuiderzee te horen
van de Drom tot aan Stavoren
waar hij ooit zijn zeemanshart
maar ook geliefdes aan verloor




Geen opmerkingen:

Een reactie posten