dat van Kortooms en van Reve
van een zuiderling die opging
in fanfares - trammelant
van stoere boeren met verstand
die over jakkerlanden gingen
dommekrachten lieten ploegen
suikerbieten lieten zingen
Van boerinnekes in schuurtjes
waar geen kip zich had verschanst
dan Sippejan die niet van hier was
haar zou leren zo bedreven
van het zompe - watervlooien
kikkerdril en waterleven
als zij wou mocht zij hem zoenen
en gelijk een handje geven
Van mijnheer pastoor die dronken
als een tor steeds was gebleven
alle eenden er verrot schold
weer eens in de plomp beland
van zeven borrels die hij nam
nog door haar vader weggegeven
nog eens dansen voor de duivel
nog eens dansen voor het leven
Heel de wereld lag op zand
op zompezand bij Mijl op Zeven
zag het zelf steeds gebeuren
hoe zij schaterkluchten schreven
turfstekers - hemelbrekers
torenspitsen over land
niemand hoefde iets te missen
morgen stond het in de krant
Geen opmerkingen:
Een reactie posten