Stroman Gedichten

13 oktober 2011

India

Van onze reis naar India (Rajastan) is de armoede mij wel het meest bij gebleven. Ik heb mensen in armoedige omstandigheden op straat zien leven, werken en slapen.


In New Delhi hoor ik het aanhoudend getoeter van brommers en zie ik vele riksja's rijden. Af en toe verspert een heilige koe een kruispunt waarna er een verkeerschaos ontstaat. Deze stad is één heksenketel. We bezoeken hier het Rode Fort en de Jama Mashid Moskee en ook de Raj Ghat oftewel de crematieplaats van Mahatma Ghandi.


Met de nachttrein gaan we van Delhi naar Varanasi. Ondanks mijn gereserveerde bedje komt er na elke stop weer iemand op mijn bed zitten waardoor ik uiteindelijk niet heb geslapen maar wel heel leuk met deze treinreizigers heb kunnen praten.
In Varanasi zien we de vele 'ghats', dit zijn plaatsen aan de Ganges waar mensen worden gecremeerd. Aan diezelfde heilige rivier poetsen mensen hun tanden en wordt er gewassen terwijl ik in de verte lijken voorbij zie drijven. Aan de oever worden mensen soms kaal geschoren als teken van rouw.



Hindoes die geen geld hebben om het kostbare hout voor de lijkverbranding te betalen, ongeveer 2000 roepia, worden voor 400 roepia elektrisch gecremeerd. In de wirwar van straatjes in Varanasi moeten we soms opzij springen voor een koe die plotseling voorbij komt denderen.



In Rewavillage bezoek ik een school waar ik met de kinderen voetbal speel. De schoolbus is volgens de directeur dringend aan vervanging toe en dus geef ik graag een bescheiden bijdrage.
In Khajuraho bekijk ik de erotische tempels waarna we doorrijden naar Agra. Hier bevindt zich de Taj Mahal.





We zien in Fatehpur Sikri de verlaten stad en in Bharatpur fietsen we door het grootste vogelreservaat van Azië, het Keoladeo National Park. Vroeger behoorde dit reservaat tot het jachtterrein van de maharadja van Bharatpur die hier vaak op eendenjacht ging. Ik zie weinig van het natuurschoon want de weg is onmogelijk hobbelig en de fiets één grote ramp. De ketting valt er zes keer af, de trappers draaien door en de band raakt twee keer lek.
In Jaipur, de roze stad, zien we het 'Paleis der Winden'. Dit paleis telt 953 ramen en is in 1799 zo gebouwd dat de wind er altijd vrij spel heeft. Dankzij de vele doorkijkjes konden de vrouwen van de maharadja toch een blik werpen op het gewone leven van Jaipur.



In Jaipur gaan we naar de bioscoop en zien we een Bollywoodfilm waarvan de titel en de inhoud volledig aan mij voorbij zijn gegaan. De film vertoont mallotige scenes met overdreven geluidseffecten en overgeacteerd drama waarbij er na elk kwartier wel een pathetisch liedje werd gezongen. Bij elk komisch fragment werd er luid geapplaudiseerd door de aanwezige Indiërs.
In Udaipur zie ik prachtige paleizen en maak ik ook hier vrienden. Kinderen schijnen mij blijkbaar al te kennen want voor hen heet ik steeds Mr. Pen. 'Hello Mister, Pen ?'




De markten die we tegenkomen zijn een lust voor het oog. Een wat oude, tandeloze man biedt mij een enigszins zwartgeblakerd broodje aan. Hij dringt aan dat ik er wat van eet. Hij vertelt dat hij er dagelijks wel zeven van eet en daarom nu zo sterk is waarna hij zijn mouwen omhoog stroopt en mij zijn vetbundels laat zien.


In Jaisalmer, een woestijnstad in de Tharwoestijn, trap ik plompverloren in een koeienflater. De stront loopt over mijn sandalen en de aangesnelde man die dit zag gebeuren verzekert mij dat dit mij geluk zal brengen. Ik maak mijn sandalen schoon in een gootje maar een andere man maakt mij dan duidelijk dat ik dat beter niet kan doen want dat was het riool.



Met een kameel trekken we de Tharwoestijn in, vlakbij de Pakistaanse grens. Bij de zandduinen kijken we naar een prachtige zonsondergang en eten we woestijnboontjes. Het is hier zo donker dat ik boven mij de Melkweg kan zien. Geweldig. Minder mooi zijn de woestijnvlooien die 's nachts in mijn slaapzak een polonaise zijn begonnen.



1 opmerking:

  1. India, het land van grote tegenstellingen, beschrijf je prachtig. De hectiek in de stad en de rust in de woestijn. De stank van het riool en de heerlijke geuren op de markt. De prachtige paleizen en de armoede op straat. Dit alles maakt India tot een ongrijpbaar land waar jij je stappen hebt achter gelaten. De een wil er nooit meer naar toe, de ander krijgt niet genoeg van deze tegenstellingen.
    Jan, de schitterende foto´s en de mooie beschrijving passen zo in een vakantiefolder. Een dikke pluim!
    jos

    BeantwoordenVerwijderen