Opgejaagd door herfstplagen
valt de stortbui in het nat
schuurt de wind zijn gure vlagen
tegen ramen die beslagen
trillen van de donderslagen
en zo de regen tikt een gat
in openstaande mantelkragen
Uitgeraasde autowegen
vervuld van vallend blad
schuilt de man zich pruilend tegen
uitgestorte najaarsregen
die plengend en zeer ongelegen
neerstort op het tegelpad
van straten en bevuilde stegen
Uitgebloeide zomerdagen
voor mensen die zich zat
bedrinken en vol onbehagen
literslange weemoed klagen
terwijl zij om verdorsting vragen
wordt als laatste in de stad
een leeg terras weer weggedragen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten