Jij sliep in honderdduizend wensen, van een wereld die jij droomde
En jij wachtte ongeduldig op het wonder van jouw droom
Haast onzichtbaar, onaanraakbaar, hield jij sterren in de nacht
Maar onzichtbaar was jij nooit. Jij had jouw dromen uitgestrooid
Eens verdween jij als een wolk die de zon had weggedreven
In een regenbogenregen, met een allerlaatste traan
Maar jij leerde ons te lachen om de allerkleinste dingen
En jij leerde ons te zingen van ons eeuwige bestaan
Zo ben jij, een witte ster nu - en misschien wel eens gekomen
Voor diegenen die jij lief had in het donker van de nacht
Een lieve moeder in de hemel, zo ver weg en nooit verdwenen
Zo dichtbij als maar dichtbij kan zijn. Wij horen hoe jij lacht
Als een droom adem jij ademloos nog, sterren aan de hemel
En zo ben jij nooit verdwenen maar weerfonkel jij nog zacht
Tussen vallen van de sterren en het doen van duizend wensen
Tussen evenzoveel mensen horen wij nog hoe jij lacht
2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten