ongewild niets meer te zeggen
en de stiltes te weerleggen
met wat nietsvermoedendheid
die ik zou ademen en zuchten
in een beeltenis van vingers
die vergleden door je haren
met de losgeslagen tijd
Het was me beter -als ik kon
om in de eenvoud niets te zeggen
en in ongestild verlangen
nu maar even niets te doen
maar in je ogen las ik lichtjes
die ik niet meer kon verleggen
en dus gaf ik je verstild
in mijn gedachten toch een zoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten